is de titel van een originele satire van twee hollandse auteurs die met de geboren aanleg van onze noorderburen, voor reglementen en wetsbeschikkingen, even een loopje nemen.
Ze laten het rustige gemeentehuis van Sloomburg een paar afschuwelijke dagen beleven die echter wel hun goede gevolgen hebben.
De herrie begint wanneer Helena Storm-Dijkman even de sekretaris komt spreken.