Hans Hartmann, een half-bloed, die in Nederland zjin opleiding als officier genoot, is sinds enkele maanden naar een buitenpost overgeplaatst, waar hij naast zijn schoolvriend, Kees Witte, ook Jolanthe, een vriendin uit zijn studietijd, terugvindt.
Jolanthe is intussen getrouwd met Does, een controleur op de Buitenbezittingen.
De twee luitenants, samen met de Controleur en zijn vrouw, vormen in hun buitenpost een echte vriendenkring, tot op zekeren dag de Majoor De Weert, de vader van Does, daar zijn verlof komt doorbrengen en roet in het eten gooit. De Majoor, die de Indo's (halfbloeden) haat, en die het vroeger reeds aan de stok had met Dolle Hans, komt ook hier in botsing met deze laatste.
Na een heftige scène is Dolle Hans zijn zenuwen niet meer meester, en valt de Majoor aan. Hij wordt dadelijk in arrest geplaatst, en ter dood veroordeeld. Iedereen, ook de Majoor, verwacht dat hem genade zal worden verleend. De Gouverneur-Generaal beschikt er echter anders over, en Hans zal worden gefusilleerd...