In een landelijk huis,hoog gelegen op een rots uitziende op een uitloper van één van de grote meren in Noord-Amerika, op de grens met Canada, woont mevrouw Karen Clayton. Zij huwde John Clayton, een politicus. Hij was weduwnaar en merkelijk ouder dan haar. Hij had een dochter, Ellen.
Bij een auto-ongeval kwam John Clayton om het leven. Ellen, die de wagen bestuurde bleef gedeeltelijk verlamd, "psychosomatisch" zegt de dokter. Karen, dokter Lane en Jenny, de huishoudster, trachten haar het leven draaglijker te maken doch zij slagen daar moeiijk in.
Ergens hangt in dit huis iets onrustigs, iets onheilspellends, iets dat Ellen sterk beïnvloedt, naast de gedachte dat zij de schuld draagt voor haar vaders dood. De komst van de nieuwe verpleegster, zuster Pepper, brengt verandering. Zij zal er in slagen het vertrouwen van Ellen te winnen dokter Phillips, die dokter Lane tijdens diens afwezigheid vervangt, brengt het voor elkaar om haar terug te doen glimlachen.
Doch de geheimzinnigheid in en rond het huis blijft.