Dit stuk, dat de herinnering aan het T.V.-feuilleton "De Heren van Zichem" terug opoept, brengt ons het drama van een oude priester bij het einde van zijn leven, die zich steeds in tweestijd bevindt tussen zijn goed volkshart, zijn medelijden met de sukkelaars enerzijds en zijn gehechtheid aan de kerkelijke voorschriften anderzijds.