De thriller van de dag, waarvan de filmrechten werden aangekocht door Hitchcock in persoon. Weet echter dat de "de echtgenoot" bij de politie aangifte deed van het verdwijnen van zijn echtgenote, met wie hij nog niet zolang was gehuwd. De commissaris neemt die verdwijning nogal rustig op : "gewoonlijk komen die verdwenen echtgenoten nogal vlug terug op de proppen..."
En hij blijkt ook gelijk te zullen halen : want de pastoor brengt de rouwmoedige echtgenote weer thuis.
Maar nu pas gaat het spel voor goed op de wagen, want "die vrouw is mijn echtgenote niet !" zegt de bedroefde en beproefde echtgenoot.
Wie heeft hier gelijk ?
Hoe geraakt men daaruit ?