Tegen de achtergrond van een typisch Vlaams dorp in tweeën gesneden door een drukke steenweg, vallen we in het leven van een aantal jonge cowboys. De Goeie en de Slechte heersen over hun prairie en zijn copains voor het leven, maar er blijkt ook een derde cowboy rond te dolen over de vlakte. Al ziet die er een pak minder stoer uit. Hij beweegt als een robot en heeft een oog van iemand anders. Wat is die griezel in godsnaam overkomen? Beetje bij beetje schiet het onkruid weer uit de grond en komen we te weten welk drama zich heeft voltrokken. De Goeie en de Slechte beseffen stilaan dat ze de pijnlijke gebeurtenissen van vorige zomer onder ogen moeten zien. Een vertellement van een dorp dat geen stad wil zijn, van pubers die leren dat zomers niet eeuwig blijven duren en dat slechte gewoontes verdomd moeilijk af te leren zijn. Ontroerend, bij momenten dolkomisch, opgetekend in een genereuze taal.