Het verhaal speelt zich af in een opvangtehuis voor op drift geraakte jonge mensen. We leren een aantal van hen kennen. Ze zijn gevlucht uit kindertehuizen, soms mishandeld door ouders en pleegouders, opgesloten, platgespoten en behandeld met isoleercellen, koudwaterbaden...
Het tehuis kan geen blijvend onderdak verlenen. Pogingen de jonge mensen elders onder te brengen lopen haast iedere week spaak. Ze willen zelf het liefst in het tehuis blijven. Een beetje rotzooien en ruziën, een beetje hobbyen en knuffelen, en bovenal, met rust gelaten worden door de autoriteiten.
Er ontstaan conflicten onder de stafleden. Mogen we jongeren die serieus gestoord zijn wel opnemen, mogen we proberen wat therapie te geven, onbevoegd als we zijn, wat moeten we met al die blijvende logées waar we geen uitkering voor krijgen.