We keren zo'n goeie 1500 jaren terug in de tijd en komen terecht op het einde van het Romeinse Rij. Keizer Romulus de Grote ziet het bos niet meer door de bomen : de staatskas is leeg, de Romeinse kunst ligt plat, de militaire vloot dient vernieuwd, het Rijk is failliet en het privé-kapitaal zegeviert. Kortom alles gaat ten onder.