Mijn naam ? Lily Piper. Ik woon in Londen, in het sous-terrain van het kantoorgebouw "Chatham House" geheten. Op de bovenste verdieping zijn de privékantoren van Marshall's Exploitatie maatschappij in onroerende goederen en Mr. Marshall, dat is mijn baas, is eigenaar van Chatham House. Hij is een keiharde businessman, onvermurmbaar en helemaal niet lief, zelfs niet voor zijn vrouw. Maar ik woon beneden, in het souterrain, ik ben de werkster. Mr. Marshall heeft vorige week mijn man ontslagen als conciërge van het gebouw. Hij werkte te hard. Fred, mijn man, zegt altijd : "Trek je er niet van aan". Nou dat doet hij zeker niet, hij zit weer op de hoek zijn porties pilsjes te nutten. Nou ja, daar vit ik niet over, ik mag ze ook. Fred zegt altijd : "Als je ooit om iets herrie hebt, verwittig alleen de politie, en voor de rest bemoei je er niet mee". En gelijk heeft hij. Maar ja ik ken mezelf. Misschien heb ik wel gelijk ook dat ik een oogje in het zeil hou. Men hoort over stelen en moorden en zo. Je weet nooit hoe je een lijk vindt. Hier werken wel meerdere lui en vreemd volk komt er ook af en toe. En de baas is rijk. Nou, zegt u zelf. En wie moet je dan verdenken ?
Nou, ik kan met iedereen over de baan. Alleen de politie moet ik niet te best. Ik heb er vroeger een gekend, amaai.
Maar laat ik maar verder gaan met mijn werk. Ik ben aan het schoonmaken. Ik ben er alleen. Dan gaat het ook best.Niemand loopt je in de weg.